Boekenblog Waterland 36 In vrijheid geschreven
Het lezen over deze verschrikkelijke tijd begon met de jeugdboeken van Meyer Sluyser, Speurders en spionnen, de avonturen van Dirk Poldervaart. Sluyser voerde de oorlog op als een spannend jongensboek, Dirk was een voorloper van de Soldaat van Oranje. Later, bij het lezen van zijn weemoedige herinneringen aan de vooroorlogse Amsterdamse Jodenbuurt, Hun lach klinkt van zo ver...wist ik welk verdriet hij onderdrukte.
Herdenkingsboekje
Als 6e
klasser kreeg ik rond 4 mei een herdenkingsboekje van de Amsterdamse Jeugd
Raad. Hierin stond ook het verhaal over Kees Brijde, die in de
Hongerwinter in het Oostelijk
Havengebied op zoek ging naar steenkoolsintels en daar, het was immers
‘verboden terrein’, werd neergeschoten. Het drukte zwaar op mijn jongensgemoed.
Het was zo zinloos allemaal! Veel verder in mijn denken over de Bezetting in
het algemeen en ‘oorlog’ in het bijzonder ben ik eigenlijk nooit gekomen.
Jaarlijks rond 4 mei besef ik
dat ik het geluk heb gehad de Bezettingsjaren niet te hebben meegemaakt. Het
waren jaren waarin men dus voortdurend in angst kon leven om wie men was, wat
men deed, en in de laatste jaren ook nog eens gebrek had aan alles.
Verder mocht je niet lezen
wat je wilde. De Duitsers bepaalden dat voor jou. De vrijheid van drukpers
bestond niet meer en de vrijheid om de boeken van-ik noem maar wat- Menno
ter Braak, Thomas Mann, Stefan Zweig, en iedere Engelstalige auteur-
te lezen bestond niet meer. Om over Joodse schrijvers maar te zwijgen.
Bibliotheken moesten hun boekenbestanden opschonen, van ‘vreemde smetten’
ontdoen. Niet de meest verheffende jaren uit de Nederlandse
bibliotheekgeschiedenis.
Keuzevrijheid
Hoeveel anders is dat nu! Ik denk niet dat ik een boek in Nederland ongelezen hoef te laten omdat het me verboden wordt het in te zien. Mijn ouders hebben me nooit een boek verboden, al keken ze wel raar op toen ik, 13 jaar oud aan Zij die van de zonde leven begon.. . Ik had geen ‘last’ van een kerk die me titels ontraadde of zelfs wegstopte in een ‘gifkastje’. Ook op mijn scholen was er nooit een docent die me iets verbood te lezen. In de openbare bibliotheken waar ik vanaf mijn achtste jaar kwam, legde niemand mij een strobreed in de weg, of het moest de leeftijd zijn: vòòr je 12e jaar kon je niet in de volwassenenafdeling terecht. Maar ook daar was een oplossing voor: vragen! En zo las ik alle sportboeken voor volwassenen, en dierenboeken en ontdekkingsreisboeken. Tempels van vrijheid waren het, die bibliotheken. En ze zijn het nog! Ze zijn het zelfs méér dan ‘vroeger’ toen heel veel boeken niet geschikt werden geacht voor de onrijpe lezer: ‘realistische’ romans, sexuele voorlichting- de drempel lag hoog toen. Ik prijs me gelukkig in bibliotheken te hebben gewerkt waar men vrij is om te lezen wat men wil. Dat is echt niet overal het geval! Misschien is het een eenvoudige overtuiging, maar soms is het ook eenvoudig: lees wat je denkt te moeten lezen; je merkt zelf wel of het je bevalt. Ik heb dat mijn hele leesleven gedaan: van de ‘niet verantwoorde’ Donald Duck (een eend die slechts de helft van zijn lichaam bedekte met een matrozenpakje. In het meesterlijke verhaal Donald als Brandweerman, verschenen in het allereerste nummer van het Vrolijk Weekblad, oktober 1952, schrapte men de bladzij waarin de door de alarmbel gewekte Donald naakt naar de brand snelt) tot, ja, wat is er momenteel te ‘erg voor woorden’? Vast heel veel, maar het màg wel gelukkig.
En zo moet het blijven. In vrijheid leven is het allerbelangrijkst maar in vrijheid lezen komt voor mij heel dicht in de buurt.
Leo Willemse
Afscheid
Dit was na 36 maandelijkse
bijdragen voor Bibliotheek Waterland mijn laatste Boekenblog. Het was fijn ze
te schrijven, ik hoop dat u ze met plezier las. Blijf lezen en laat u door
niemand wijsmaken wàt u moet lezen!
Reacties
Een reactie posten