De laatste Poëzieweek en Gedichtendag


Ooit was alles stil




Op donderdag 30 januari begon de allerlaatste Poézieweek. De CPNB, u
weet wel, de organisatie die ons aan het lezen moet krijgen en houden,
stopt ermee, jammer!

Wat begon in 2000 met op de laatste donderdag in januari Gedichtendag die in 2013 upgrade (en dat dan in de verleden tijd geschreven) naar  Poëzieweek, eindigt in 2020 met het laatste Poëziegeschenk: nu.10 dichters.


Ik ben enigszins in mineur. Zoveel aandacht krijgt de poëzie toch al niet. OK, Nico Dijkshoorn mag geregeld  in een populair tvprogramma een bijna ter plekke gefabriceerd gedicht voorlezen; als Jules Deelder overlijdt is dat voorpaginanieuws (terecht!, want hij was een geweldig dichter) en de indrukwekkende bundel Wakend over God van Joost Zwagerman verscheen na zijn zelfdoding in de bestsellerslijsten. Maar toch, over gedichten zegt men toch al snel: ik begrijp ze niet. Alsof je de werking van een mobiele telefoon wèl begrijpt, of de indeling van de bibliotheek, ik noem maar wat.


En dan nog, wat valt er te begrijpen aan een van mijn lievelingsgedichten (en u kent het ook):





 pluk de dag



vanochtend na het ontbijt

ontdekte ik, door mijn verstrooidheid,

dat het deksel van een middelgroot potje marmite

(het 4 oz net formaat)

precies past op een klein potje heinz sandwich spread



natuurlijk heb ik toen meteen geprobeerd

of het sandwich spread-dekseltje

ook op het marmite-potje paste



en jawel hoor: het paste eveneens



Helder als het glas van dat potje, toch?  Kees Buddingh’ was geestig maar ook bloedserieus, want vòòr je besluit dit ‘gebeuren’ tot een gedicht uit te werken, nou, dat is wel een besluit geweest hoor, in 1964. Juist dit soort gedichten opende mij de ogen. Humor mocht, het hoefde niet alleen loodzware  Candlelight-kost te zijn (ik liep op het strand/ik miste je hand/ en voelde me verlaten/nooit lopen wij meer samen door de straten), waar ik als uiteraard onbegrepen puber diep van onder de indruk was.

Natuurlijk gedichten over de liefde, daar begint het vaak mee en die zullen ook altijd geschreven worden. Ook één van de meest gelezen sauteurs van nu, Ilja Leonard Pfeijffer, schrijft ze, tenminste dat deed hij nog in 2015, in zo’n Poëziegeschenk: Giro giro tondo, een ‘rare’ titel, maar wat een gedichten, met dit als sluitstuk:



Op marktplaatsen heb ik naar je gezocht.

Ik wist je naam niet, wilde die niet weten.

Op elke website wist ik jou te heten,

hoewel ik verder nergens op je hopen mocht.



Toen ik je vond, was jij verrassend echt.

Je maakte lange vingers van gedachten.

Je vlocht mijn woorden tot een strik. Je lachte,

al had ik volgens mij niets raars gezegd.



We scheppen wie ons liefheeft naar ons beeld.

In wolken valt een wereldrijk te winnen.

Bestaan is een illusie die je steelt.



Ik kan je slechts als fantasie beminnen.

En op een blanke bladzij die vergeelt

wil ik je weer als een gemis beminnen.



Als u dit mooi vindt, ben ik het helemaal met u eens. Als je dan nog weet dat alle regels de eerste regels zijn van de 14 hieraan voorafgaande gedichten, valt je mond open van verbazing.



Bezoek dus de bibliotheek, leen bijvoorbeeld een Gedichtenbloemlezing, om vertrouwd te raken met verschillende dichters. Zelf lees ik ook graag gedichten voor kinderen en jongeren, die zijn vaak zo concreet. Bette Westera bijvoorbeeld met Was de aarde vroeger plat?, zo origineel en diepgravend! Maar een boekhandel  is ook goed, want daar krijgt u dus dat geschenk voor de laatste keer cadeau (als u tenminste een poëziebundel koopt)



Dus, wat stom om de Poëzieweek en de Gedichtendag af te schaffen. Het goede nieuws is: het is nu het hele jaar Gedichtenjaar! Geniet ervan,



Leo Willemse



Was er al iets voor de aarde bestond?



Ooit was alles donker


Alle dagen waren nacht

Niets klonk hard en niets klonk zacht

Er was nog geen verschil



Er waren geen geluiden

Er was nog niets te horen

Er klonk misschien wel ergens iets

maar er waren nog geen oren



Stille nacht

geen glimpje licht

Een verre vonk misschien

Maar nergens waren ogen

die dat vonkje konden zien



alles was nog donker

Alleen maar zwart heelal

En toen kwam

god weet waarvandaan

de allereerste knal…



Bette Westera, 2017.

Reacties

Populaire posts van deze blog

P.C.Hooftprijs 2019 voor Marga Minco

Uitgelezen in 2018

Boekenblog Waterland 36 In vrijheid geschreven