Vakantie in eigen provincie: Texel

Vakantie in eigen provincie: Texel 

 

Begin maart, vlak voordat Nederland intelligent op slot ging, verbleef ik op Texel. Voor de zoveelste keer sinds 1959. Het was er leeg en stil. Ik genoot weer van de ruimte, de vogels, de dorpjes, de uitzichten op het wad. Wat zou Jac. P. Thijsse, (25 juli 1865-8 januari 1945) onderwijzer op Texel en de beroemdste natuurbeschermer van Nederland, nu van Texel denken, vroeg ik mij af. Hij zou toch tevreden zijn met alle nieuwe natuur. Ik bladerde vaak door zijn heerlijke Verkade-albums, totdat ik de serie “Van vlinders, bloemen en vogels” in handen kreeg. Wat schreef hij aanstekelijk en gelijk zijn levensmotto onbekommerd! Vaak samen met zijn metgezel Eli Heimans. Lees diens Uit ons krijtland, en u loopt in het Zuid-Limburg van 1900. Maar Thijsse alleen is ook goed: of het nu over Texel gaat, De groote rivieren of over zoiets saais als Eik en beuk 

 


Seizoenen op Texel en de Wadden 

 

De Waddenzee is een slapeloos, betoverend, niet-aflatend heden. Ze verzet zich met alle middelen die ze heeft tegen geschiedenis. Ieder etmaal opnieuw wist ze haar eigen sporen uit en begint ze haar hele verhaal van voren af aan. (Matthijs Deen, De Wadden, een geschiedenis, 2013)


 

Prachtige zinnen uit een prachtig boek. Want de Wadden spelen een belangrijke rol in het leven van veel Nederlanders. Dichtbij en toch ver, exotisch en vertrouwd, vaak vol, maar eenmaal eropuit met fiets of benenwagen en “je ziet  geen mens meer”. 

 

Het mooie van Deen’s boek is dat het van de gebruikelijke (en terechte) lyrische beschrijvingen van de Waddeneilanden afwijkt. Een geschiedenis zonder een jaartallenverhaal te zijn. Zoals bijna elk boek over de Wadden, begint het met een vakantie. Iedereen, behalve als je Kikkert, Cupido of Dros heet, leerde zo de eilanden kennen. Zie de fraaie trilogie van Vonne van der Meer over huisje Duinroos: Eilandgasten, De Avondboot en Laatste Seizoen. De dichter Slauerhoff verbleef ook vaak op Vlieland, vooral vanwege de liefde. Natuurlijk bewaakte Liesbeth List de vuurtoren, dus dan was in de jaren ‘60 Cees Nooteboom in de buurt. Maar als je op Vlieland in het bos ineens tegen Vonne’s echtgenoot Willem Jan Otten aanloopt, duidelijk in dichtende gedachten, dan is de literatuur al net zo dichtbij als wanneer je vroeger Jan Wolkers zomaar tegen kon komen op Texel. 

 

Sinds 2020 heeft Texel er een auteur bij, een hele goeie, Koos Terpstra (1955). Deze toneelschrijvende regisseur publiceerde begin maart zijn autobiografische roman Het Eiland. Een zoektocht naar een jeugd, een verleden, zonder nostalgie, zonder valse romantiek, vol pijnlijke constateringen en overpeinzingen. En lyrisch als hij over Texel zelf schrijft. 

 

Lezen op en over Texel 

 

Vanaf 1960 bezochten we Texel jaarlijks, voor kortere of langere perioden. Het was onthaasten, zonder het woord te kennen. Eindeloos veel gelezen. Daarvoor diende de bibliotheek van Den Burg – op de eilanden kun je altijd een toeristenabonnement regelen. Maar uit de privébibliotheek van het evangeliserend echtpaar, Tante Paula en Oom Jan, op Texel wereldberoemd, leende ik leeshongerig opgewekte kinderverhalen uit de Bijbel. Maar verhalen over Texel, nee die waren er niet veel. Ja, een kinderboek over de opstand der Georgiërs, van Piet van AsVan Texel begon de victorie. Misschien heb ik niet goed genoeg gezocht. Maar wat vond ik het mooi om in het desolate boek van Anton Koolhaas, De hond in het lege huis, “mijn” eiland te herkennen. Wat deed het me een genoegen om Jan Wolkers jubelend over Texel te lezen. Nog steeds kun je door hem gesigneerde boeken kopen in een boekhandel in Den Burg. En, misschien het mooist: Nico Dros, geboren op Texel, die gelukkig over zijn eigen eiland schrijft: de historische roman Noorderburen, het zand stuift je om de oren. Of: Oorlogsparadijs en De sprekende slang, de titels zeggen al veel over de onderwerpen. Ik kan Oosterend nooit meer binnenfietsen zonder aan zijn boekje Een bijbeldriftig dorp te denken. 

 

Maar de allermooiste leeservaring daar was in 1966 toen ik volledig onbevangen het epos van Theun de Vries, Februari, roman uit het bezettingsjaar 1941 mijn tentje in sleepte. Ik begon en ze hebben me drie dagen niet meer gezien, zo wil ik het me herinneren. Sindsdien lees ik steevast hele dikke boeken op vakantie, al kom ik nu wel gewoon mijn tent, caravan, huisje of B & B uit-ik ben geen 14 meer. Maar nog steeds kan ik de boeken die ik op vakantie las me het best voor de geest halen, los van ‘alles’-zelfs van het Nederland dat in maart op slot ging, gelukkig net na mijn bezoek aan het verre noordoosten van Texel.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

P.C.Hooftprijs 2019 voor Marga Minco

Boekenblog Waterland 36 In vrijheid geschreven

Uitgelezen in 2018